
12 feb Heupoperaties onder de Loep: De Direct Anterieure Toegang in de Spotlights!
Het kinesistenteam van BeLieve revalideren vaak patiënten na heupoperaties. De laatste tijd zien we meer en meer heupprothesen via de directe anterieure toegang.
Waarom wordt er voor deze aanpak gekozen? Praktijkverantwoordelijke Ellen, vraagt het aan dr. Luk Verhelst, orthopedist van ORTHO.GENT, collega van dr. Pieter Beekman.
Ellen :
Dag Luk, bedankt dat je aan deze blog wilt deelnemen. Kan je je eens kort voorstellen?
Luk:
Dag Ellen, dank u voor de uitnodiging. Wel mijn naam is Luk Verhelst. Ik ben 45 en zit als orthopedist al even in het vak. Ik startte mijn praktijk in 2011 in het AZ Groeninge Kortrijk.
In 2021 kwam het aanbod om over te stappen naar de orthopedische groep ORTHO.GENT in het AZ Sint Lucas. Het voelde een beetje als thuiskomen.
Bovendien bood dit me de gelegenheid om 110 procent focus te leggen op één gewricht: de heup. Sindsdien bied ik het volledige spectrum van behandelingen aan van jong tot oud, gaande van kijkoperaties aan de heup tot complexe prothesechirurgie.
Ellen: Laat ons beginnen met de direct anterieure toegang voor het plaatsen van een totale heupprothese. Wat maakt deze techniek zo bijzonder?
Luk: De direct anterieure toegang is eigenlijk een heel natuurlijke manier om een nieuwe heup te plaatsen. Het is de enige methode waarbij we aan het heupgewricht geraken zonder dat we hierbij spieren of pezen moeten losmaken. Dit is natuurlijk heel bijzonder, want wat je niet hebt losgemaakt moet ook niet opnieuw vastgroeien na de operatie.
De direct anterieure toegang is dus de meest spiersparende methode om een nieuwe heup te plaatsen.
Ellen: Voor de patiënt, maar ook voor ons, kinesisten, is dit een groot voordeel. Maar wat zijn de voordelen ten opzichte van de andere benaderingen?
Luk: Wel Ellen, door het spiersparende aspect zien we vaak dat de patiënten sneller herstellen dan bij andere technieken. Natuurlijk blijft het een grote operatie. De patiënt moet dus nog steeds een bloeduitstorting en zwelling verwachten. Het is niet omdat de huidincisie maar enkele centimeter groot is dat het vanbinnen dan ook een kleine ingreep is. Het is belangrijk dat onze patiënten dit blijven beseffen.
Het gevolg van het sparen van de spieren is dat de patiënten echt op eigen tempo mogen herstellen. Bij andere methodes worden wel een aantal beperkingen opgelegd om complicaties (vooral het ontwrichten van de heup) te voorkomen. Deze beperkingen vallen bij de anterieure techniek weg.
We zeggen meestal tegen onze patiënten: ‘Je mag doen en laten wat je kan, zonder te overdrijven en door te luisteren naar je eigen lichaam’. Iemand die heel snel revalideert, mag dit dus ook. Iemand die wat meer tijd nodig heeft, hoeft zich helemaal geen zorgen te maken.
Dit is tweeledig. Het betekent dat je zonder schrik mag bewegen en herstellen, maar het betekent ook dat het geen zin heeft al te hard van stapel te lopen. Een lichaam heeft ook nood aan rust na een operatie.
Rust en beweging… op geleide van de pijn: dat is de gouden raad!
Ellen: We zien inderdaad dat de revalidatie van patiënt tot patiënt verschillend is.
Luk: Inderdaad. Hoe gestandaardiseerd we ook werken, uiteindelijk zien we wel wat verschil tussen onze patiënten. De ene vliegt erdoor en de andere heeft echt wel wat tijd nodig.
Het is enorm belangrijk aan de ‘wat tragere mensen’ te zeggen dat dat helemaal OK is. De boodschap is vooral met jezelf bezig te zijn en niet naar een ander te kijken.
Onze techniek is altijd hetzelfde, maar onze patiënt is steeds iemand anders. En dat mogen we echt wel niet vergeten. Je kan een patiënt niet standaardiseren. Onze coaching, en vooral ook die van familie, huisarts, kiné en andere mensen in de omgeving, is dan ook echt van groot belang.
Ellen: Zijn er nadelen aan de direct anterieure toegang?
Luk: Niet echt, maar het is wel een specifieke techniek.
Bij de anterieure benadering werken we heel dicht bij de zenuw die de bovenbeenspier bezenuwt. In onervaren handen is er een risico dat deze wordt beschadigd.
De leercurve is bovendien langer. Het vergt meer vaardigheid en ervaring om het goed te doen. Het is niet zomaar even overstappen. Het vraagt tijd vooraleer de resultaten ook echt beter zijn.
Daarom is het belangrijk te weten dat de direct anterieure benadering bij ORTHO.GENT al vele jaren de standaardbehandeling is. Dit betekent dat de verschillende heupchirurgen al lange tijd op deze wijze werken en de techniek dus helemaal onder de knie hebben.
Ellen: Hoe gaat zo’n operatie nu juist in z’n werk Luk?
Luk: Dat vraagt wel wat tijd om uit te leggen. We hebben veel informatie op onze website geplaatst. Niet alleen over de techniek, maar ook over het hoe en wat van een totale heup. Mag ik de geïnteresseerde lezers naar onze website verwijzen. Daar vinden ze zonder meer een duidelijk antwoord op deze en vele andere vragen. https://www.ortho.gent/specialisaties/heup.asp
Ellen: Wat mag een patiënt verwachten als die wordt opgenomen voor deze ingreep?
Luk: Alle voorbereiding wordt op voorhand uitgevoerd. Dit gaat over preoperatieve onderzoeken, je gaat langs bij de preoperatieve planner en bij de huisarts.
Ook kan je een Joint Care-sessie volgen, waarbij je in groep de ingreep nog eens helemaal doorneemt.
Ook kan je al starten met preoperatieve kinesitherapie. Dit is echt wel een goeie zaak. Hierbij leren de mensen al tips and tricks voor na de ingreep en worden de postoperatieve oefeningen al eens overlopen.
Het is de bedoeling dat je uiteindelijk op de dag van de ingreep niets meer hoeft te doen, behalve naar het ziekenhuis komen.
De ingreep gebeurt dan op dezelfde dag en nauwelijks enkele uren nadien ga je aan de slag met de revalidatie.
Het proces van de operatie en de opname duurt uiteindelijk maar 2 tot 3 dagen. In ons ziekenhuis is het zo dat een groot deel van de mensen de dag na de operatie al opnieuw naar huis gaan. We krijgen ook steeds vaker de vraag om de dag zelf naar huis te gaan. Hierin zijn we op dit moment nog wat conservatief. We blijven het een belangrijke ingreep vinden, waarbij we de eerste 24 uur graag een oogje in het zeil houden. Maar op zich kan het wel, en zal dit in de toekomst steeds vaker gebeuren.
Dit kan alleen omdat alle voorbereidende stappen op voorhand al zijn gemaakt en onze patiënten heel goed weten wat hen voor, tijdens en na de ingreep staat te wachten. Op die manier is de passage in het ziekenhuis eigenlijk maar een kleine stap van het hele proces.
Ellen: Zowel de voorbereiding op de operatie, als de operatie gebeurt multidisciplinair. Dokters, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, sociale dienstverleners, … werken samen. Hoe zit het met de nazorg?
Luk: Nazorg is essentieel. Wat de wonde betreft en de medicatie wordt dit heel overzichtelijk gehouden. In principe hoeft de wonde niet te worden verzorgd en kan de patiënt voldoende hebben met gewone pijnstillers en ontstekingsremmers.
Patiënten krijgen specifieke instructies voor het herstel in de eerste week. Kinesitherapie is ook cruciaal om de kracht en mobiliteit te verbeteren. Dit mag snel worden gestart, maar vaak is het ook zinvol om een tweetal weken alles tot rust te laten komen en dan pas met kinesitherapie te starten. Sommige mensen bekomen graag even van een operatie, anderen willen echt onmiddellijk aan de slag.
Ellen: Is deze directe anterieure benadering voor iedereen geschikt?
Luk: Omdat onze ervaring binnen ORTHO.GENT groot is, komt in principe elke patiënt in aanmerking. Het is dus eerder de uitzondering dat iemand NIET met de anterieure benadering kan worden geholpen.
Op dit moment is het zelfs zo dat steeds meer revisies (her operaties van de heupprothese) via deze toegang mogelijk zijn. Ook hier maken we gebruik van het maximaal spiersparende aspect.
Ellen: Hoe lang duurt een gemiddelde herstelperiode?
Luk: Mensen blijven op dit moment heel kort in het ziekenhuis en mogen nadien onmiddellijk aan de slag. Je mag dus direct na de operatie doen en laten wat je kan. Na een viertal weken zien we de mensen terug en de meesten doen het op dat moment al uitstekend. Meestal lukt het al met één kruk, of zelfs zonder. Meestal hebben de mensen al niet meer veel zwelling en hebben ze maar weinig pijnstilling meer nodig.
Maar op dat moment zijn ALLE mensen wel echt nog aan het herstellen. Ze voelen de operatie en de nieuwe heup dus nog wel elke dag.
Het duurt een stuk langer vooraleer de ongemakken en pijn volledig zijn verdwenen en mensen ons echt zeggen dat ze heel tevreden zijn van de operatie.
Daar is het een stuk realistischer om te spreken over een maand of drie. Tijdens die periode zijn de mensen alweer druk in de weer, maar hebben het eindresultaat nog niet bereikt. Uiteindelijk weet je pas op ongeveer 1 jaar hoe goed het resultaat is van je operatie. Maar het mag wel worden gezegd dat het resultaat op 1 jaar bij de meeste mensen erg goed is.
Ellen: Kan je uiteindelijk met een nieuwe heup ook weer alles?
Luk: Daar moeten we genuanceerd op antwoorden. Uiteindelijk dient het plaatsen van een heup om je van je pijn en bewegingsbeperking te verlossen en te zorgen dat je quasi alle dagdagelijkse zaken opnieuw kan doen.
Maar patiënten worden steeds jonger en jonger, en blijven ook veel langer actief. Mensen vragen dan ook meer en meer of ze kunnen en mogen sporten met een heup.
Het antwoord hierbij is dus genuanceerd. Je mag jezelf nooit laten opereren als je enkel bij het sporten last hebt. Een heup moet je in de eerste plaats helpen om de pijn en bewegingsbeperking van elke dag weg te nemen. Als die er niet is, dan is het beter om af te wachten en bij te sturen bij het sporten waardoor je minder pijn hebt.
Maar omgekeerd geldt ook: Als je een nieuwe heup hebt gekregen en je voelt je na enkele maanden heel goed, dan mag je opnieuw aan het sporten gaan. In het begin is dat wandelen en fietsen, maar na enige tijd gaan mensen uiteindelijk weer tennissen of soms wat voetbal spelen. Als je dat lukt, dan gaan we dat zeker niet verbieden.
Vooral voor lopen, en dan zeker grote afstanden, zijn we voorzichtig. Dit zouden we liever niet laten gebeuren voordat je 9 maanden bent geopereerd, en dan vooral ook als het pijnloos lukt. Maar er zijn zeker mensen die met een nieuwe heup een marathon kunnen lopen. Alleen mogen we je dat als chirurg niet beloven.
Ellen: Tot slot, als je zelf een totale heupprothese nodig zou hebben, welke toegang zou je dan kiezen?
Luk: Persoonlijk zou ik waarschijnlijk voor de directe anterieure toegang kiezen, omdat ik overtuigd ben van de voordelen die deze techniek biedt, zoals minder spierbeschadiging en een snellere revalidatie.
Ik zou natuurlijk absoluut goed nadenken over wie dit voor mij dan ook zou mogen doen. Het is absoluut niet alleen de techniek, maar nog veel meer de vakman of vrouw die het verschil maakt bij operaties. Don’t only look at the piano, look at the pianoplayer!
Ellen: Bedankt Luk om tijd te maken voor ons en onze patiënten wat meer uitleg te geven over een heupprothese via de directe anterieure toegang.
Luk: Het was me een waar genoegen en dank voor uw uitnodiging.
Meer weten: neem gerust een kijkje op www.ORTHO.GENT
of neem contact op met

Gerelateerd